Een echtpaar heeft in 2015 een flinke woning aangekocht en daarna grondig verbouwd. Hierdoor is de woning uitermate geschikt geworden voor dubbele bewoning. Inmiddels woont het echtpaar samen met hun dochter, haar partner en vier kinderen in de woning. Het echtpaar woont in het achterhuis en de dochter met haar gezin in het voorhuis (inwonend).
Nu gaat het echtpaar scheiden. Moeder zal het pand verlaten en vader wil graag met zijn dochter en haar gezin in de woning blijven wonen. Er is een flink bedrag benodigd om moeder haar overbedeling te voldoen. Hierdoor is behalve het inkomen van vader ook het inkomen van de dochter en haar partner nodig. Op haar beurt zal de dochter en met partner dan wel weer eigenaar worden van het pand.
In het convenant is afgesproken dat de vader samen met zijn dochter (en schoonzoon) het eigendom van zijn ex overneemt. De 50% van moeder wordt voor 1/3 gekocht door de vader en voor 2/3 door de dochter en de schoonzoon.
Er is voor deze optie gekozen omdat het in deze tijd erg moeilijk is om een geschikte woning te kopen. Op basis van het inkomen van de vader is het zeker mogelijk om voor hem een andere woning te kopen, omdat er sprake is van overwaarde. Voor dochter, schoonzoon en kleinkinderen wordt het een stuk lastiger om iets te vinden. Op basis van hun gezamenlijke inkomen kan bij de huidige rente ongeveer € 285.000,- geleend worden. Er is weliswaar € 50.000,- spaargeld maar gezien de huidige markt zal het lastig zijn om in die prijsklasse een geschikte woning te vinden waar zij met zes personen kunnen wonen.
In deze casus lopen we tegen twee obstakels aan, het onderpand en het inkomensplaatje.
1) een onderpand dat zich prima leent voor deze dubbele bewoning en ook hierop is ingericht. Daarnaast is er sprake van een enorm perceel waarbij het deel waarop het onderpand is gewenst de omschrijving “wonen (agrarisch)” kent volgens kadaster. Het overige betreft omschrijving terrein (akkerbouw).
2) om de zaak haalbaar te maken hebben wij van drie partijen het inkomen nodig
Wanneer we naar deze post kijken, zien we een verstrekking van 53% MW en alle inkomens tezamen zijn ruim voldoende om het gevraagde mogelijk te maken. We hebben te maken met een gezonde LTI en LTV.
De vraagbaak heeft deze casus in samenwerking met de adviseur aangedragen bij NIBC Direct. Van NIBC Direct weet de vraagbaak dat deze een onderpand kan accepteren dat afwijkend is van de standaard. Ook is NIBC Direct (overigens één van de weinigen) een partij die meer dan twee schuldenaren kan accepteren en dan ook alle inkomens tot het toetsinkomen kan betrekken.
Met een uitgebreide toelichting en cijfermatige onderbouwing hebben wij NIBC Direct kunnen overtuigen van de haalbaarheid van dit dossier dat dan ook door NIBC Direct is geaccepteerd.